| |
| | | | | |
Achtergrond van het DNA-onderzoek
Wat is DNA?
DNA is de afkorting van ‘Deoxyribo Nucleic Acid’ (in het Nederlands 'desoxyribonucleïnezuur'). Het is de stof in het lichaam die de drager is van de erfelijke eigenschappen.
Het DNA bestaat uit twee tegenover elkaar liggende strengen die zijn opgebouwd uit bouwstenen. Er zijn vier verschillende bouwstenen, A (Adenine), T (Thymine), C (Cytosine) en G (Guanine). Adenine zit altijd tegenover Thymine en Cytosine zit altijd tegenover Guanine. De volgorde waarin de bouwstenen voorkomen, bepaalt de erfelijke informatie.
DNA komt voor in de vorm van chromosomen. Iedere cel van het menselijk lichaam bevat 23 paar chromosomen. Van ieder paar komt één exemplaar van moeder en één exemplaar van vader. Dit betekent dat de helft van de erfelijke informatie van moeder en de andere helft van de erfelijke informatie van vader afkomstig is.
DNA kan worden onderscheiden in: